Een paar extra tips voor het maken van SO's en repetities.
- leer de begrippen goed. ze staan aan het einde van het hoofdstuk (MEMO & GWP) Schrijf ze net zo vaak over tot dat je ze kent.
- leer de leerteksten goed. Bij SO's vraag ik vaak letterlijke dingen uit de teksten.
- vergeet niet je WB te leren, hier kunnen ook vragen over komen. vooral de uitroepteken vragen.
- maak een SO of REP netjes. schrijf voor de kantlijn het nummer van de vraag op. gebruik de ruimte om te antwoorden. Sla een regel over en begin dan met de volgende vraag. Werk onder elkaar, gebruik liever 2 blaadjes dan nog niet iets ergens tussen friemelen. Streep bij een fout het foute antwoord door en zet erachter het goede antwoord. (of eronder).
HUISWERK TIPS ALGEMEEN
- Werk netjes.
- Geef rep of so’s een opvallend kleurtje in je agenda.
- Gebruik per vak een schrift of een deel in je multomap.
- Gebruik thuis een vaste plaats om te studeren (indien mogelijk).
- Hang je rooster op; zo weet je precies welke boeken je mee moet nemen
- Begin met het moeilijkste vak. Besteed niet alle tijd aan een vak dat je leuk vindt.
- Noteer duidelijk in je schrift waar aantekeningen, oefeningen, vragen of bepaalde opdrachten bij horen.
- Neem om het half uur een kleine pauze.
- Wissel leer- en maakwerk af.
- Leer de woorden van Frans, Duits en Engels niet na elkaar.
- Laat je overhoren, maar wacht er even mee.
- Het beste leer je een repetitie als je meerdere dagen leert.
- Bedenk zelf repetitie- of so-vragen, met antwoord.
- Maak van de tekst een korte samenvatting in je eigen woorden.
EXTRA GESCHIEDENIS TIPS
- Lees de leerteksten meerdere keren.
- Bedenk wat het belangrijkste is in deze teksten.
- Maak evt. een tijdbalk van een hoofdstuk
- Leer alleen de begrippen die opgegeven zijn.
- Stel vragen als je het niet snapt.
- Leer de geschiedenis begrippen (zwart gedrukte woorden) door ze meerdere keren op te schrijven.
- je kunt de begrippen ook leren via WRTS.
LEESWIJZER Tips bij lezen van geschiedenisteksten.
- je bekijkt de titel van de tekst (waar zal het over gaan?).
- je bekijkt de plaatjes, foto´s en tekeningen.
- je bekijkt de bronvermelding (waar komt de tekst vandaan?).
- je leest de inleiding (meestal linksbovenaan).
- bekijk bij de bronnen naar de jaartallen, is het uit dezelfde periode dan waar de tekst over gaat?
- lees daarna de leertekst helemaal door.
- Zoek de begrippen (zwartgedrukt woorden) op in je begrippenlijst.
- Maak een kleine samenvatting (gaan we mee oefenen in de les).
LEREN IN DRIE STAPPEN (ALGEMEEN) Stap 1 vooraf (plan)
- Wat moet ik doen?
- Alleen of met een groep?
- Inlever datum? huiswerk af?
- Wie kan mij helpen?
- Wat heb ik er voor nodig (boeken, bladeren, potloden enz.)?
- Wat weet ik er al van?
- Hoe weet ik dat het klaar is?
Stap 2 maken
Plan uitvoeren en regelmatig kijken of je je nog houdt aan je plan. Je plan evt. aanpassen
Stap 3 achteraf
- Wat ging goed (top)?
- Wat kon beter (tip)?
- Wat wil ik de volgende keer veranderen/verbeteren?
WERKSTUK Stap 1 Kies een onderwerp
- Kies een onderwerp. Soms zal de leraar precies aangeven waar het werkstuk over zal moeten gaan, soms kun je zelf kiezen.
Stap 2 hoofdvraag en deelvragen
- Denk na welke vraag je precies wil beantwoorden in je werkstuk.
Zorg ervoor dat dit duidelijk blijkt uit de titel.
- Meestal heeft een werkstuk één hoofdvraag, die in verschillende delen (deelvragen) uitgewerkt wordt.
- Zorg ervoor dat je onderwerp niet te groot, ingewikkeld en of onbekend is.
- Laat je hoofd- en deelvragen controleren door de docent.
Stap 3 Informatie verzamelen
- Verzamel informatie voor je werkstuk. Die kun je op verschillende manieren vinden:
· uit je “les”boek
· in de mediatheek of bibliotheek
· op Internet of een CD-rom
· kranten en tijdschriften
· gegevens uit een practicum
· een interview met een bekende of iemand anders
GEEN INTERNET TEKSTEN, MAAR IN EIGEN WOORDEN.
- Als je vastloopt bij het verzamelen van informatie ga je weer naar stap 2 en pas je je hoofd- en deelvragen aan.
Stap 4 Wat staat er in het werkstuk?
Je werkstuk moet in ieder geval uit de volgende onderdelen bestaan:
- Een titelblad: de eerste bladzijde. Vermeld ook je naam, datum en klas.
- Een inhoudsopgave:
- De inleiding: vertel waarom je voor het onderwerp hebt gekozen en welke hoofd- en deelvragen je in dit werkstuk gaat beantwoorden, of wat je gaat onderzoeken.
- De hoofdstukken: deze hebben allemaal een titel en ze gaan over een klein stukje van het onderwerp
- De conclusie: heb je gevonden wat je wilde weten? Is je hoofdvraag beantwoord en heb je genoeg informatie over je onderwerp gekregen?
- Bronnen: titel van de boeken en schrijver, de internetsites (geen google.nl) kranten
Stap 5 De afwerking
- Maak je werkstuk netjes
- Haal spelfouten eruit
- Voorkom lijmresten
- Gebruik 1 lettertype
- Bedenk nogmaals of je de teksten helemaal zelf hebt getypt of slechts een paar woorden hebt veranderd van je internetteksten. Dit laatste is niet goed.
- GEEN INTERNET TEKSTEN, MAAR IN EIGEN WOORDEN.
- Print je werkstuk uit in Arial of verdana 11 punts (bij BUS).
EEN SAMENVATTING MAKEN
Wat is een samenvatting?
In een samenvatting staan de belangrijkste punten van een stuk tekst. Een samenvatting is kort maar krachtig.
Hoe ga je te werk?
- Schrijf de titel van de leertekst of hoofdstuk op
- Lees de tekst van de leertekst helemaal. Is de tekst lang, verdeel hem in stukken.
- Bekijk de plaatjes die bij de tekst horen en lees de bijschriften.
- Zoek de betekenis van alle woorden op, die je niet begrijpt.
- Begin pas aan je samenvatting als je de hele tekst begrijpt.
- schrijf daarna de belangrijkste dingen uit de tekst op. Je kunt dit in een verhaalvorm doen, maar het kan ook puntsgewijs.
- onderstreep in kleur de belangrijkste woorden en/of zinnen in je samenvatting.
- Snap je een deel van de tekst niet, stel dan vragen in de les.
SPREEKBEURT-PRESENTATIE Stap 1 Wat is een presentatie?
- Met een presentatie laat je iets aan anderen zien en horen.
- Bij een presentatie maak je meestal gebruik van hulpmiddelen (bord, video, computer, beamer)
- Een presentatie duurt 5 tot 10 minuten.
Stap 2 De voorbereiding
- Zoek informatie op over het opgegeven onderwerp.
- Maak een planning: wat ga je presenteren en op welke manier?
- Verwerk de gegeven informatie in punten. Zet deze punten op papier, of gebruik hiervoor andere hulpmiddelen. De punten zijn een geheugensteuntje.
- Oefen voor jezelf hardop het verhaal dat je gaat vertellen.
- Praat niet te snel en neem de tijd. Oefen nog een keer.
- Ga ook bij het oefenen stevig op je voeten staan.
Stap 3 De presentatie
- Houd je presentatie en geef duidelijk aan welke onderdelen je gaat vertellen.
- Je kunt de indeling van de spreekbeurt ook op het bord zetten.
- Laat tijdens de presentatie zien wat je hebt meegebracht.
- Spreek luid en duidelijk en kijk de mensen aan.
- ga stevig op je voeten staan.
- Geef de gelegenheid tot het stellen van vragen, maar doe dat altijd aan het eind.
- bedenk een leuke afsluiter. geen quiz.
- Sluit de spreekbeurt af met een samenvatting. Vertel waar je het over hebt gehad.
- Ga niet friemelen of heen en weer stappen.
EEN MUURPOSTER. (FOLDER)
Met een poster geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Er wordt gewerkt met korte teksten en plaatjes. Een poster is opvallend van kleur en vormgeving.
Hoe ga je te werk?
- Werk alleen of met zijn tweeën
- werk netjes; rechte lijnen, geen lijm resten, recht knippen
- Bedenk wat je precies wilt vertellen of laten zien.
- Leg alles klaar: tekenpapier, potloden, viltstiften, lijm, een liniaal en alle verzamelde informatie.
- Maak evt. een schets hoe de poster eruit gaat zien.
- Maak je gebruik van bestaande plaatjes die je op kunt plakken, of teken je ze zelf.
- Als je gaat plakken, leg dan eerst alles op het papier en verschuif het net zo lang totdat het resultaat klopt met wat je wilt. Plak ze dan pas vast.
- Ontwerp letters die opvallen. Hierbij kunnen verschillende kleuren gebruikt worden.
- Geef het geheel een achtergrondkleur waarop de informatie nog beter uitkomt.
- Hang de poster op en bekijk het resultaat van een afstand. Verbeter eventueel wat nog niet helemaal goed is. De informatie moet goed overkomen.
- Ook bij een poster moet je je eigen woorden gebruiken
- GEEN INTERNET TEKSTEN, MAAR IN EIGEN WOORDEN.